Informaticasite van het Lauwers College te Buitenpost                 © R.J. van der Beek
 
[deel 1: MIEP]   [deel 2: exelsheet]   [deel 3: javalogo]  

Praktische opdracht havo-4 lesperiode 2

Deze P.O. bestaat uit drie delen.
Je moet alle bestanden (5 in totaal) inleveren op Teletop , de ELO van het LauwersCollege
  1. MIEP programmeren.
    Maak één van de volgende programma's in MIEP; je hoort wel van je docent welke je moet maken.
    Druk op PrintScreen als je het programma in MIEP in beeld hebt, ga dan naar PAINT, klik op Bewerken --> Plakken, sla het op als een GIF-bestand onder de naam MIEP_je_naam.GIF en lever het in op Teletop

    1. Zet een tekst in de invoerbuffer.
    Het programma leest de invoerbuffer, en zorgt er voor dat de tekst in het videovenster verschijnt.
    2. Voer een getal onder de 10 in in de buffer. Maak een programma dat dit getal inleest, en als er bijvoorbeeld 5 staat
    dan moeten er 5 a's in het videovenster verschijnen (dus aaaaa).
    3. Voer een getal onder de 10 in in de buffer. Maak een programma dat dit getal inleest, en het getal met 5 vermenigvuldigt,
    en de uitkomst in hok 99 plaatst.
    4. Voer een letter in in de buffer. Maak een programma dat deze letter inleest, en er daarna voor zorgt dat die letter 5 keer
    in het videovenster verschijnt (dus als je een q intikt dan moet er qqqqq in het videovenster verschijnen).
    5. Voer een getal onder de 10 in in de buffer. Maak een programma dat dit getal inleest, en als er bijvoorbeeld 4 staat
    dan moet de vierde letter uit het alfabet in het videovenster verschijnen (dus een d).
    6. Voer een getal onder de 10 in in de buffer. Maak een programma dat dit getal inleest, er 7 bij optelt,
    en de uitkomst in hok 99 plaatst.
    7. Voer een getal onder de 10 in in de buffer. Maak een programma dat dit getal inleest, en als er bijvoorbeeld 5 staat
    dan moet er in de hokken 90 t/m 95 een 1 komen (en bij bijvoorbeeld een 6 moet er dus in de hokken 90 t/m 96 een 1 komen)

  2. Een spreadsheet.

    Hieronder zie je een tabel met de microprocessoren van Intel.
    De 8088 (ook wel XT genoemd) wordt vaak als basis genomen, dat was de eerste microprocessor die meer kon dan rekenen.
    De processoren, die later kwamen, zijn allemaal verbeteringen op de basis.
    Ze zijn allemaal backward compatibel: bijvoorbeeld de Pentium 4 kan elk programma, dat de 8088 kon verwerken, ook verwerken, maar het gaat wel ongeveer 5000 keer zo snel.
    De laatste processoren (Core Duo) zijn weggelaten. Die hebben twee kernen en zijn daarom moeilijk te vergelijken met de anderen.

    Naam Jaar Transistors Kloksnelheid MIPS
    4004 1971 2300 0.1 MHz 0.07
    8008 1972 3500 0.2 MHz 0.05
    8080 1974 6000 2 MHz 0.64
    8088 (XT) 1979 29000 5 MHz 0.33
    80286 (AT) 1982 134000 6 MHz 1
    80386 1985 275000 16 MHz 5
    80486 1989 1 200 000 25 MHz 20
    Pentium 1993 3 100 000 60 MHz 100
    Pentium Pro 1995 5 500 000 150 MHz 250
    Pentium II 1997 7 500 000 233 MHz 300
    Pentium III 1999 9 500 000 450 MHz 510
    Pentium 4 2000 42 000 000 1.3 GHz 1700
    Pentium 4 "Prescott" 2004 125 000 000 2.8 GHz 7000
    Pentium D 2005 230 000 000 2.8 GHz 16000


    Zet die tabel in een werkblad in Excel.
    • In de eerste kolom de naam van de processor.
    • In de tweede kolom het jaar.
    • In de derde kolom het aantal transistoren
    • In de vierde kolom de kloksnelheid in MHz (bij de laatste drie moet je het even omzetten naar MHz)
    • In de vijfde kolom het gemiddelde aantal MIPS
    • In de zesde kolom zet je hoeveel keer zo snel de processor is als de XT-processor (bij de 80286 is dat bijvoorbeeld 1 / 0,33 = 3 keer zo snel)
      Doe dat m.b.v. formules, en wel zo dat als je bij de XT het aantal MIPS verandert in 0,34 de getallen in de zesde kolom automatisch veranderen.
      Zorg er voor dat het op drie decimalen wordt afgerond.
    • Een zekere meneer Moore heeft omstreeks 1980 voorspeld dat het aantal transistors op een computerchip elke 1,5 jaar verdubbelt.
      Dat wordt daarom wel de Wet van Moore genoemd.
      Dan kun je m.b.v. een wiskundige formule berekenen dat het aantal elk jaar 1,31 keer zo groot wordt.

      Zet in de zevende kolom wat het aantal transistors zou zijn als dit klopt; ga daarbij uit van 2300 transistors in 1971.
      Bereken die aantallen niet zelf maar laat ze berekenen m.b.v. een formule die gebruik maakt van het jaar en de factor 1,31
      Immers na bijvoorbeeld 8 jaar is dat aantal volgens de wet van Moore 1,31 8 * 2300
    • Zet je naam ook op het werkblad, onder de tabel.
    • Geef de koppen en de kolommen kleurtjes, net zoals hier boven.
    • Zorg er voor dat er dikke vertikale lijnen tussen de kolommen zitten.

    • Maak dan een grafiek, en zet die in hetzelfde werkblad.
    • In die grafiek moeten de namen van de processoren bij de horizontale as. Zorg er voor dat die namen er vertikaal onder staan, dus niet scheef zoals het standaard gebeurt (de letters dus ook vertikaal).
    • En vertikaal moeten twee dingen worden uitgezet hoeveel keer zo snel als de XT (dat staat in de zesde kolom) en de kloksnelheid in MHz (dat staat in de vierde kolom).
    • Zorg ook voor een goede legenda, zodat duidelijk is wat in de grafiek wordt uitgebeeld.

    • Je ziet dat de twee grafieken in het begin aardig gelijk op lopen. Maar in de laatste jaren niet meer. Geef daar een verklaring voor. Typ die verklaring in de cellen onder de grafiek.

    • Maak dan nog een grafiek, en zet die onder de vorige.
    • Ook in die grafiek moeten de namen van de processoren bij de horizontale as, ook nu weer moeten ze er vertikaal onder staan.
    • En vertikaal moeten er weer twee dingen worden uitgezet: het aantal transistors in werkelijkheid (dat staat in de derde kolom) en het aantal transistors volgens de wet van Moore (dat staat in de zevende kolom).
    • Zorg ook nu weer voor een goede legenda, zodat duidelijk is wat in de grafiek wordt uitgebeeld.

    • Zet onder die laatste grafiek wat je opvalt in die grafiek: klopt de wet van Moore ?

    • Lever het excel-bestand in via Teletop

  3. Een aantal logo-programma's

    Maak drie Javalogo-programma's.
    Voor jou zijn dat de opdrachten ............., ............. en .................. van de Javalogo-PO-opdrachten
    (zie de tabel hier onder)

    • Onder elke figuur, die met deze opdrachten wordt gemaakt, moet je naam (of namen) verschijnen.
    • Zorg er voor dat je het met zo weinig mogelijk programmaregels doet.
    • Zorg er voor dat het er netjes en overzichtelijk uit ziet.
    • Voeg commentaar toe bij langere programma's
    • Als er gelijke vormen in voorkomen dan moet je voor zo'n vorm een procedure maken (in Java noem je dat een methode).
    • Lever alleen de java-bestanden (met de extensie .JAVA) van de drie opgaven in op Teletop, dus niet de html- of class- of workspace-bestanden.

  4. Zorg er voor dat op de laatste les van deze periode alle bestanden van de PO op Teletop, de ELO van het LauwersCollege staan.