Informaticasite van het Lauwers College te Buitenpost                 © R.J. van der Beek
 

Open- en meerkeuze vragen Hoofdstuk 2   

Klik bij meerkeuzevragen op het correcte antwoord.
N.B. Soms zijn alle antwoorden goed, klik dan op 'Alle antw. zijn goed'
Als het fout is probeer je het opnieuw!
betekent fout
betekent goed
Heb je het antwoord bij de eerste poging goed dan krijg je 10 punten, bij de tweede poging 1 punt en bij de derde poging 0.5 punt.

 1. Deze vraag gaat over communicatiemiddelen.
Welke uitspraak is niet waar ?
a) Als er een bericht van de ene computer naar de andere gestuurd, en die computers zijn m.b.v. een (niet draadloos) netwerk met elkaar verbonden, dan is de netwerkkabel het medium.
b) Als twee mensen aan het communiceren zijn (ze zijn gewoon met elkaar aan het praten) dan vormen de geluidsgolven in de lucht de informatiedrager.
c) Communicatiemiddel, medium en informatiedrager zijn synoniemen (d.w.z: het zijn verschillende woorden voor dezelfde dingen)
d) Als je een brief verstuurt dan is de postbode het medium.

 2. Deze vraag gaat over stuurinformatie
Welke uitspraak is niet waar ?
a) Stuurinformatie is de informatie die je uitwisselt om de communicatie goed te laten verlopen
b) Als je geld wilt pinnen, en je doet je pas in de automaat, dan kun je dat als stuurinformatie opvatten.
c) Als je geld wilt pinnen, en je doet je pas in de automaat, dan is de pin-automaat de zender en jij bent de ontvanger.
d) Als je je pas in de pinautomaat hebt gedaan omdat je geld wilt pinnen, dan verschijnt er op het display: Tik uw pincode in.
Op het moment dat die zin verschijnt is de pin-automaat de zender en jij bent de ontvanger.

 3. In Excel kun je formules invoeren, die ervoor zorgen dat de computer bepaalde berekeningen maakt.
Deze vraag gaat over de volgende zin:
Als je in cel A3 de formule A1 + A2 invoert dan zal de computer de getallen in A1 en A2 optellen, en het antwoord in A3 zetten

Welke uitspraak is waar ?
a) Deze zin bevat een syntaxfout en een semantiekfout
b) Deze zin bevat een syntaxfout maar geen semantiekfout
c) Deze zin bevat geen syntaxfout maar wel een semantiekfout
d) Deze zin bevat geen syntaxfout en ook geen semantiekfout

 4. Deze vraag gaat over email.
Welke uitspraak is waar ?
a) Je kunt een emailtje aan hoogstens drie personen tegelijk versturen: Zet een emailadres achter Aan: (of achter To:), zet ook een emailadres achter CC en één achter BCC
b) CC betekent Computer Copy
c) Je kunt aan wel tien mensen tegelijk een emailtje sturen: zet de emailadressen achter elkaar (achter Aan:), zet er spaties tussen
d) Je kunt aan wel tien mensen tegelijk een emailtje sturen: zet de emailadressen achter elkaar (achter Aan:), zet er puntkomma's tussen

 5. Het engelse woord voor bijlage (bij een emailtje) is (gebruik kleine letters):
Vul hier het antwoord in :     

 6. Een bepaald html-document begint op de volgende manier:

<HTML>
<HEAD>
<TITLE>Vraag 6</TITLE>
</HEAD>
<BODY bgcolor="#0000FF">
Titel van dit document: Als je dat eens wist!

Je opent dit document in een browser, bijv. in Internet Explorer
Welke uitspraak is waar ?
a) In de titelbalk staat: Als je dat eens wist!
b) De achtergrondkleur is blauw
c) De eerste regel van het browservenster wordt: Vraag 6
d) De eerste regel van het browservenster wordt: Als je dat eens wist!

 7. Als je een emailtje verstuurt dan wordt er gebruik gemaakt van een protocol. Welke afkorting wordt er gebruikt voor de naam van dat protocol (gebruik hoofdletters) ?
Vul hier het antwoord in :     

 8. Welke uitspraak is niet waar ?
a) Als er een bijlage bij een emailtje zit dan zie je dat bij Postvak In aan de paperclip, die er voor staat
b) Als je de bijlage wilt openen dan dubbelklik je op de paperclip
c) Als je een bijlage aan een emailtje wilt toevoegen (en je gebruikt Outlook Express), dan klik je op de paperclip in de werkbalk, en dan kun je de bijlage uitkiezen.
d) BCC is de afkorting van Blind Carbon Copy

 9. Welke uitspraak is niet waar ?
a) Als je een emailtje ontvangt waarbij gebruik gemaakt wordt van POP3 dan kun je het off-line lezen.
b) Als je een emailtje ontvangt dan wordt het gekopieerd van de computer van de provider naar jouw computer
c) Als je een emailtje ontvangt, en het is web-based email, dan wordt er meestal gebruik gemaakt van IMAP
d) POP3 is de afkorting van Post Office Protocol verzie 3

 10. Welke uitspraak is waar ?
a) POP3 betekent Point of Presence versie 3
b) Als je een emailtje verstuurt dan wordt er gebruik gemaakt van het POP3-protocol
c) Als je een emailtje verstuurt dan wordt er gebruik gemaakt van het IMAP-protocol
d) Als je een emailtje verstuurt dan wordt er gebruik gemaakt van het SMTP-protocol

 11. Als je wilt dat de tekst "klik hier voor pagina twee" blauw en onderstreept wordt afgedrukt op je homepage (dus een hyperlink wordt), en wel zo dat als je er op klikt de pagina met de naam PAGINA2.HTM wordt getoond, welke HTML-code moet je dan invoeren ?
a) <LINK HREF="PAGINA2.HTM"> klik hier voor pagina 2 </LINK>
b) <A HREF="PAGINA2.HTM"> klik hier voor pagina 2 </A>
c) <A HREF="PAGINA2.HTM klik hier voor pagina 2 /A>
d) <LINK HREF="klik hier voor pagina 2"> PAGINA2.HTM </LINK>

12. Je wilt dat er in de browser een foto van onze school wordt getoond (het bestand heet school.jpg, en die foto bestaat uit 500 bij 300 pixels), en onder die foto moet staan: -Dit is onze school-
Dan moet je in het html-document het volgende opnemen:
a) <IMG="school.jpg">
-Dit is onze school-
b) <IMG="school.jpg"> <width="500" height="300">
-Dit is onze school-
c) <IMG SRC="school.jpg" width="500" height="300">
-Dit is onze school-
d) <IMG SRC="school.jpg"> <br> -Dit is onze school-

 13. De tag die er voor zorgt die voor een regelovergang (er wordt op een nieuwe regel begonnen) zorgt is (gebruik kleine letters):
Vul hier het antwoord in :     

14. Je hebt een web-pagina over onze school gemaakt, die je school.htm genoemd hebt.
Nu maak je nog een andere web-pagina en daarbij wil je het zo maken dat er in de browser het volgende zinnetje staat: Klik op schoolsite als je die site wilt bekijken.
Daarbij is schoolsite blauw en onderstreept, en als je er op klikt dan moet de schoolsite te voorschijn komen in de browser.
Dan moet je in het html-document het volgende opnemen:
a) <A HREF="school.htm">Klik op schoolsite als je die site wilt bekijken.</A>
b) Klik op <HREF="school.htm">schoolsite</HREF> als je die site wilt bekijken.
c) Klik op <A NAME="school.htm">schoolsite als je die site wilt bekijken.
d) Klik op <A HREF="school.htm">schoolsite </A> als je die site wilt bekijken.

 15. Bij sommige tags kun je toevoegingen gebruiken.
Bijvoorbeeld bij de body-tag mag je de toevoeging bgcolor="red" gebruiken.
Hoe noem je zo'n toevoeging (gebruik kleine letters, één woord) ?
Vul hier het antwoord in :     

16.
Dit is een tabel
en dit de tweede rij

Om deze tabel in een homepage te krijgen moet je de volgende html-code invoeren:

a) <table border=1>
<td> Dit </td>     <td> is </td>     <td> een </td>     <td> tabel </td>
<td> en </td>    <td> dit </td>    <td> de tweede </td>    <td> rij </td>
</table>
b) <table border=1>
<tr> <td> Dit </td>     <td> is </td>     <td> een </td>     <td> tabel </td> </tr>
<tr> <td> en </td>    <td> dit </td>    <td> de tweede </td>    <td> rij </td> </tr>
</table>
c) <table border=1>
<tr>
<td> Dit </td>     <td> is </td>     <td> een </td>     <td> tabel </td>
<tr>
<td> en </td>    <td> dit </td>    <td> de tweede </td>    <td> rij </td>
</table>
d) <table border=1>
<td> <tr> Dit     <tr> is     <tr> een     <tr> tabel
<td> <tr> en     <tr> dit     <tr> de tweede     <tr> rij
</table>

17. In de browser moet het volgende verschijnen, net zo als hieronder:

Dit is rood en cursief en
dit is heel groot

Dan moet je de volgende html-code invoeren:
a) Dit is <font color="red"> <I>rood en cursief </I> </font> en <br> <font size=7>dit is heel groot </font>
b) Dit is <font color="red"> <I>rood en cursief </font> </I> en
<font size=7>dit is heel groot </font>
c) Dit is <color="#FF0000"> <I>rood en cursief </I> </color> en <br> <size=7>dit is heel groot </size>
d) Dit is <I> <color="red"> rood en cursief </I> </color> en
<font=7>dit is heel groot </font>

18. Het syntax-diagram van een ongeordende lijst ziet er als volgt uit:



Met welke html-code kun je de volgende lijst (met opsommingstekens) krijgen?


  • CM
  • EM
  • NG
  • NT
a) <LI>     <UL> CM </UL>     <UL> EM </UL>     <UL> NG </UL>     <UL> NT </UL>     </LI>
b) <UL> CM     <LI> EM     <LI> NG     <LI> NT    </UL>
c) <UL>     <LI> CM </LI>     <LI> EM </LI>     <LI> NG </LI>     <LI> NT </LI>     </UL>
d) <LI>
<UL> CM </LI>     <LI> EM </LI>     <LI> NG </LI>     <LI> NT </UL>
</LI>

19. In Word staan in de standaard-werkbalk o.a. de volgende pictogrammen:



Welke regel is juist ?
a) 1 = afdrukvoorbeeld, 2 = tabel, 3 = linksom draaien
b) 3 = vorige verandering ongedaan maken, 4 = kopiëren, 5 = twee kolommen
c) 5 = twee kolommen, 6 = plakken, 7 = opsommingstekens
d) 7 = nummering, 8 = links uitlijnen, 9 = indelen in alinea's

20. Deze vraag gaat over het begrip Interface
Welke uitspraak is waar ?
a) De interface is wat je op de monitor ziet
b) De poorten op de achterkant (en eventueel op de zijkant en voorkant) van de computer vormen de interface
c) Als er een programma is dat er voor zorgt dat cijfers van leerlingen, die in bijv. Excel zijn ingevoerd, automatisch worden overgeheveld naar de schooldatabase waar alle cijfers van alle leerlingen van de school in staan, dan noem je dat programma een interface
d) Alle uitspraken hierboven zijn waar

 21. Het apparaatje dat bij een fietscomputer (snelheidsmeter) hoort, en dat bij het wiel zit, is een (gebruik kleine letters):
Vul hier het antwoord in :     

22. Welke uitspraak is niet waar ?
a) In een ziekenhuis hebben patienten op de intensive-care afdeling een microfoontje op hun pols, dat de hartslag waarneemt. Die hartslag wordt doorgegeven aan een computer. En die computer zorgt er voor dat het alarm afgaat als de hartslag niet in orde is
Dat microfoontje is een actuator
b) In een pinautomaat zit een sensor die registreert of er een pinpas in wordt geduwd
c) In een pinautomaat zorgt een actuator er voor dat de pinpas, als je klaar bent met pinnen, weer naar buiten geduwd wordt
d) Een thermostaat bevat een temperatuur-sensor

23. In Excel staan in de standaard-werkbalk o.a. de volgende pictogrammen:



Welke regel is juist ?

a) 1 = rechts uitlijnen, 2 = zoom in, 3 = tel de geselecteerde cellen op
b) 3 = sommatie, 4 = subscript, 5 = oplopend sorteren
c) 6 = cel naar beneden verschuiven, 7 = teken een grafiek, 8 = plaats een komma in de cel
d) 6 = aflopend sorteren, 8 = kommanotatie (i.p.v. een decimaalpunt), 9 = meer decimalen

24. Softwareproducenten gebruiken standaardisatie en metaforen om ervoor te zorgen dat interfaces voor de gebruikers duidelijk zijn.
Welke uitspraak is niet waar ?
a) Standaardisatie werkt nieuwe ontwikkelingen in de hand
b) Een loep is een metafoor voor in- en uitzoomen
c) De vensters van Windows zijn een voorbeeld van standaardisatie
d) Met interface wordt hierboven bedoeld: wat op de monitor te zien is