2.3.7. Interfaces: IDE/ATA, SCSI
De gegevens die op de harde schijf staan moeten op de één of andere manier worden overgebracht naar de computer.
Dit gebeurt via een interface. Er zijn verschillende types.
- IDE- of ATA-interface
IDE staat voor Integrated Drive Electronics en ATA staat voor Advanced Technology Attachment
Bij IDE (en dus ook bij ATA, want dat is hetzelfde) is de harddisk-controller ingebouwd in de harddisk.
Bij een IDE-interface kunnen maximaal twee apparaten per controller aangesloten worden. Per controller moet dan één apparaat als master fungeren en het andere als slave. Die twee worden op dezelfde platte kabel aangesloten, de master op het eind van de kabel en de slave in het midden.

ATA wordt steeds verbeterd. Bij de eerste versie kon er een harde schijf van maximaal 528 MB aan hangen, en nog geen CD-ROM.
Voor iedere lees- en/of schrijf-operatie was de tussenkomst van de processor vereist. De doorvoersnelheid was 3,3 MB/s
Bij de vierde versie kon er ook een CD-ROM op worden aangesloten, en werd gebruik gemaakt van DMA: er konden gegevens van de harde schijf naar
het RAM-geheugen worden geschreven zonder gebruik te maken van de processor.
Bij de zesde versie is de doorvoersnelheid maximaal 133 MB/s (de gemiddelde overdrachtsnelheid van een harddisk ligt trouwens veel lager dan de maximum
snelheid).
- SATA
SATA harddisks maken gebruik van kleinere kabels met minder pinnetjes, het werkt serieel. SATA betekent dan ook Serieel ATA
De doorvoersnelheid is bij SATA maximaal 150 MB/s en bij ATA 133 MB/s. De moederborden zijn tegenwoordig vaak uitgerust met zowel een ATA- als een SATA-connector.
- SCSI
SCSI (spreek uit als skoezie) harddisks worden vooral gebruikt in professionele workstations en servers.
SCSI staat voor Small Computer System Interface, maar dat small is misleidend omdat het bijna nooit in gewone computers wordt toegepast.
Voordelen van SCSI-harddisks zijn de hoge snelheid (de maximale snelheid is 160 MB/s) en de betrouwbaarheid. En bij een SCSI kunnen er via een flatcable maximaal 8 apparaten aangesloten worden. Maar ze zijn wel duur.
- RAID-controller
RAID staat voor Redundant Arrays of Inexpensive Disks.
Op een RAID-controller kan je meerdere harddisks aansluiten. Er bestaan RAID-controllers voor zowel ATA, SATA als SCSI harddisks.
Door data te verdelen over meerde harddisks kan de snelheid verhoogd worden of kunnen de gegevens veiliger
opgeslagen worden. Een RAID opstelling heeft altijd één van deze twee voordelen of allebei.
Bij RAID-0 worden bestanden in tweeën gesplitst en verdeeld over twee schijven. Dit komt de snelheid ten goede.
Bij RAID-1 worden bestanden twee maal opgeslagen, op elke schijf één keer. Dit verhoogt de veiligheid: als één van de twee harddisks uitvalt is er nog één die het werk kan overnemen, op beide schijven staat immers exact hetzelfde.